Vanavond ging ik naar de keuken. De vloer lag blank van het water uit mijn gootsteen. Ik dweilde de vloer maar dat was dweilen met de kraan open. Alle handdoeken, oude dekens en textiel die flink water konden zuigen heb ik op de keukenvloer gelegd. Het mocht niet baten. Ik zat me af te vragen hoe ik de drempel van de keuken naar de zitkamer kon barrikaderen toen mijn man zei: zandzakken.
Waar haal ik zoiets op dit uur van de nacht vandaan?, dacht ik. Gelukkig had ik nog twee zakken potgrond. Hiermee heb ik de keukenvloer van de parketvloer van de zitkamer enigszins afgescheiden.
Toen ik dit deed, was ik zo kwaad dat rook uit mijn oren kwam. Ik had het al razend druk met mijn book app. Een extra gedonder kon ik niet gebruiken. Maar… ik voelde me voor het eerst diep verbonden met de voorouders van Nederland. Ze hebben generaties lang dijken gebouwd en gepolderd. Dankzij hen hebben wij nu een droge plek om op te wonen en te werken.
Nu besef ik des temeer dat het niet vanzelfsprekend is dat ik geen natte voeten krijg. Ik dank de voorouders van dit land die voor ons een veilige en mooie plaats uit de zee hebben gewonnen.
Nu ga ik naar bed. Het is te hopen dat als ik morgen opsta, mijn stoelen in de zitkamer niet rondzwemmen. Het eerst dat ik doe is professionele hulp zoeken om de gootsteen zijn grote met consumptie pratende mond te snoeren!
Liefs,
Lulu