Verslag door journalist van www.Geledraak.nl: Lulu´s voordracht op de presentatie van haar nieuwe boek ´Nederland, wo ai ni´, 22 dec. 2012 in de Oude Kerk van Charlois, op het slotconcert van Charlois 550
Lulu Wang: ‘Mijn taal is een mooi halfbloedje’
publicatiedatum: 25-12-2012
door: Guido van Oss
In de kerk van Charlois in Rotterdam hield Lulu Wang haar nieuwste boek “Nederland, wo ai ni” (Nederland, ik houd van jou) ten doop. “Het boek geeft het moeizame proces weer van mij, als Chinese vrouw, om de schoonheid van Nederland te ontdekken.” Redacteur Guido van Oss van geledraak.nl was ter plekke en doet verslag.
Ging het om een gospel-samenzang, de viering van 550 jaar Charlois, een wijk van Rotterdam, of de boekpresentatie van het nieuwste boek van Lulu Wang: deze drie gebeurtenissen vielen alledrie samen in de kerk van Charlois afgelopen zaterdagavond.
Ik kon niet eens tot drie tellen
Lulu Wang kwam op haar 25e vanuit China naar Nederland. “Toen ik hier pas in Nederland woonde kon ik nog niet eens tot drie tellen, zelfs haast geen boodschappen doen omdat ik niet in het Nederlands kon communiceren. Maar ondertussen ontwikkelde zich bij mij wel al de wens om in het Nederlands romans te schrijven. Ondanks de moeite die ik met de Nederlandse taal had, besefte ik dat ik in vergelijking tot veel Nederlanders in het voordeel was. Als Chinees was ik gewend om veel harder te werken dan de meeste Nederlanders: al die vele Nederlandse schoolvakanties zag ik als overbodige luxe.”
‘Lulu Wang-Nederlands’
Lulu Wang: “Een nog groter voordeel zag ik in het mixen van de Nederlandse en Chinese taal: daardoor kon ik een mooi halfbloedje maken, mijn eigen ‘Lulu Wang-Nederlands’. Met dat mooie halfbloedje haal ik de krenten uit de pap van zowel de Chinese als de Nederlandse taal. Mijn unieke blik als Chinese allochtoon in de Nederlandse samenleving heeft mij geholpen om op een originele manier met de Nederlandse taal om te gaan. Ik heb mijn Chinees-zijn gebruikt om op een heel speciale manier boeken te schrijven. Wanneer mij wordt gevraagd om mijn huidige boek “Nederland, wo ai ni”, in één zin samen te vatten, zou ik willen zeggen dat het boek het moeizame proces weergeeft van mij, als Chinese vrouw, om de schoonheid van Nederland te ontdekken.”
Lulu Wang: “Voor wat de taal betreft, is het voor mij ook schipperen tussen het Nederlands en het Chinees: Chinezen zijn in de literatuur gewend aan het bloemrijk, uitvoerig verwoorden van de dingen des levens. Nederlanders zijn juist gewend aan compact taalgebruik. Een vriendin zei me wel eens: ‘Lulu, ik ben moe, vertel me in één zin wat je bedoelt.’ Mijn vorige boeken waren allemaal dikke pillen, maar met dit boek ben ik tegemoet gekomen aan de Nederlandse cultuur: het is voor mij doen een uiterst dun boek geworden.”
Geest van de gehandicapte krijgt vleugels
Bij de boekpresentatie gebruikte de schrijfster volop de haar zo vertrouwde superlatieven om haar taaltalent en taalkunst andermaal te onderstrepen: “Terwijl Nederlanders in goed en kwaad denken, kennen Chinezen yin en yang. Iets is bijvoorbeeld onderdeel van de aarde of de hemel, iets gebeurt ‘s nachts of overdag. Interessant wordt het als je het yin en yang-perspectief met het Nederlandse oordeel over goed en kwaad combineert: Een inbreker zal bijvoorbeeld een voorkeur voor de nacht hebben, gewone mensen hebben meer een voorkeur voor overdag. Zij hebben juist angst voor de nacht omdat de inbreker vaak ‘s nachts toeslaat. Een ander voorbeeld: als iemand gehandicapt is en zijn armen en benen niet kan bewegen vinden wij gewone mensen dit zielig. Maar vanuit yin en yang-perspectief kun je zeggen dat de geest van een gehandicapte vleugels krijgt. Gehandicapte mensen kunnen op een geheel ander gebied hun talenten ontwikkelen, hun geest is vrij.”
Fotograaf: Theo Benschop