Chinablog Lulu Wang, dag 5, Inflatie vervolg
Zoals beloofd, over mijn reis naar China:
Een ander voorbeeld van woordinflatie die ik de laatste tijd in China ontdekt heb, is dat men elke vrouw, of ze een gezicht heeft dat lijkt op een aubergine of op dat van een uit de zoo ontsnapte orang oetang, toespreekt als ´Schoonheid´.
Toen ik jong was, droomde ik ervan dat een man mij een schoonheid zou noemen. Echter, toen ik twee weken geleden in donkere garage aangesproken werd door een lycheeventer die mij in de duisternis onmogelijk kon zien om te oordelen of ik zo mooi als een pioenroos of zo lelijk als de nacht was, maakte mijn hart niet het sprongetje zoals een dergelijk woord voor de inflatie mij zou kunnen bezorgen.
Nu is de vraag wanneer een arme trommel ooit door de woordinflatie toegesproken zou worden als een multi-miljoenair. Nou, nu ik het zeg, herinner ik me wat ik ergens gelezen heb.
In de jaren dertig of veertig van de vorige eeuw moest men met een kruiwagen, zeg maar een aanhangwagen, bankbiljetten vervoeren om in de winkel een zak tarwemeel of zoiet te kopen.
Wat dat betreft is woordinflatie onschuldiger van aard. Bovendien, het is leuker als wij niet al te eerlijk tegen elkaar zijn. Bijvoorbeeld, ik ben klein van stuk. Als iemand mij een dwergpapegaai zou noemen, kost het mij mijn nachtrust om de schok te boven komen.