Vrouwen dragen de helft van de hemel
Ter viering van de Internationale Vrouwendag citeer ik een, voor de verandering, moderne Chinese spreuk:
‘Vrouwen dragen de helft van de hemel.’
Als kind en later ook als een vrouw heb ik mij vaak afgevraagd waarom het gezegde niet luidt: ‘Vrouwen hebben de helft van de hemel’? Ik kom niet verder dan deze conclusie:
Alleen als vrouwen de helft van de hemel op hun schouders willen nemen, daalt hij op hen neer. Anders, ploft het halfhemelbrede gevaarte op hen neer, terwijl ze geen zin hebben om het op te vangen en het in weer en geen weer overeind te houden.
Gebeurt het soms dat de een de lasten draagt terwijl de ander de lusten viert? Dit is misschien iets waar wij elk jaar op 8 maart bij stil kunnen staan.
Komt het doordat ik in China ben opgegroeid? Want het politieke stelsel daar is o.a. gestoeld op ‘Vrouwen dragen de helft van de hemel’. Ik had mij als meisje of jonge vrouw in China nooit gediscrimineerd gevoeld. In tegendeel. Toen ik studeerde gold er (bij mijn weten, geldt in vele gevallen nog steeds) een positieve discriminatie voor mannen. Anders zouden er teveel vrouwen via het staatsexamen op de universiteiten zijn komen studeren en te weinig mannen.
Toen ik in Nederland kwam, merkte ik dat een aantal van mijn Nederlandse vriendinnen behoefte had aan gelijke rechten tussen mannen en vrouwen. Waarom had ik daar geen last van?, vroeg ik hen. Ze zeiden dat ik de subtiele woordspelingen en handelingen van vrouwen discriminerende aard niet in de gaten had.
Ligt het aan mijn ongevoeligheid of aan iets anders? Hier kom ik, nadat ik een kwart eeuw hier woon, nog steeds niet uit. Ook een onderwerp om op deze heuglijke dag bij stil te staan misschien? Maar één ding is een feit: ik ben in de loop der jaren door heel veel, zo niet door bijna alle grote en middelgrote, bladen in Nederland en België geïnterviewd, maar niet door Opzij. Een slecht voorbeeld voor zelfbewuste, geëmancipeerde vrouwen misschien? Ach, ja, ik ben een raar Chineesje. Aan mij valt er geen pijl op te trekken.
Foto: Patricia Steur.