Een tijdje geleden een man ontmoet die boeiend verhaal geschreven heeft over zijn tijd in Tanzania en Nieuw-Guinea, waar hij als Shell-medewerker naar toe ging.

boek

Meer info: www.brievennaardegroenehel.nl

Het gaat dus over twee jonge mensen die een relatie hebben maar toch besluiten om op verschillende plekken (Tanzania en Nieuw-Guinea) in de derde wereld te gaan werken, de een als tropenarts (Gé), de ander voor Shell (ik). Er zijn dus contrasten, maar ook overeenkomsten. In beide situaties zijn de contacten met de mensen en de cultuur van het land erg belangrijk. Tanzania was toen op een dieptepunt voor wat betreft de economische ontwikkeling door het beleid van Nyerere, de politeke dimensie in Irian Jaya (Westelijk Nieuw-Guinea) werd vooral gevormd door de activiteiten van de rebellenbeweging OPM. Uiteindelijk ben ik een dag gegijzeld geweest en heb bijna het leven gelaten. Het hoogtepunt van het boek is echter het stukje waarin de ontmoeting in 2009 beschreven wordt – terug in het dorpje van het missieziekenhuis – met een jonge, zwangere, vrouw die Gé indertijd met een moeilijke keizersnede ter wereld had gebracht en om die reden naar haar vernoemd bleek te zijn (Gay).

Zie andere informatie op de website.

Ik kreeg het idee om dit te doen tijdens onze vakantie in Tanzania in 2009, toen zoveel herinneringen opkwamen. In de eerste plaats had ik gewoon de behoefte om het bijzondere verhaal van die periode een keer op te schrijven, veel vrienden wisten niet echt wat we hadden meegemaakt. Voor mij werd het dus een hobbyproject (naast een drukke baan – nog steeds bij Shell). Daarnaast wil ik de gelegenheid ook aangrijpen om wat meer aandacht te genereren voor de ontwikkelingsproblematiek. Hoewel de huidige situatie anders is dan 25 jaar geleden, zijn de verschillen tussen de betreffende landen en West-Europa nog gigantisch. Ik heb dus veel respect voor al die kleine organisaties die zich inzetten voor de derde wereld. Met de inkomsten uit mijn boek wil ik stichtingen steunen die zich richten op de ontwikkeling van Tanzania en West-Papoea. Om dit te kanaliseren heb ik zelf een stichting in het leven geroepen (met zgn ANBI-status) die die inkomsten doorsluist naar geselecteerde projecten (zie rubriek ‘Stichting Chagos’ op de website). Een eerste overboeking naar vier projecten (twee in Tanzania en twee in West-Papoea) heb ik begin december gedaan (zie rubriek ‘Nieuws’ op de website).

Mijn benadering van de ontwikkelingsproblematiek is de volgende: uiteindelijk moeten de betreffende landen zichzelf ontwikkelen. Waar het om gaat is dat zij zoveel mogelijk contacten hebben met andere landen, organisaties en bedrijven om daar ideeën uit te putten en erdoor geinspireerd te worden (mits die contacten uiteraard verantwoord zijn en geen uitbuiting behelsen).

Mensen die het boek gelezen hebben zijn er zonder uitzondering erg enthousiast over.