Code van geluk

Gisteren, een paar avonden voor mijn eenenvijftigste verjaardag, lag ik in bed en moest weer huilen. Ditmaal van dankbaarheid. Ik herinner me een passage in een van mijn romans (ik weet niet meer welke, maar ik hoop dat een van mijn lezers mij er een tip over kan geven, erg van mij, hè?): ‘Geluk leek haar een geheim genootschap. Iedereen om haar heen kende de toegangscode ervan, behalve zij.’
 
Gisternacht, met vreugdetranen langs mijn slapen en op mijn hoofdkussen, realiseerde ik me dat ik me gepasseerd voelde als ik anderen een meevaller zag krijgen. Niet beseffend dat zij, hun ouders, voorouders, vrienden of kennissen, bekenden of onbekenden, veel goeds in de ether hadden gestuurd, waardoor zij direct of indirect beloond werden. Wie goed doet, goed ontmoet, dit klinkt misschien cliché, maar kosmisch gezien, heeft het een kern van waarheid.
 
Door te geven, zou ik zaadjes om mij heen strooien. Vroeg of laat, oogst ik, of oogsten bekenden of onbekenden van mij het goede dat ik bewerkstelligd heb. Zelfs als dit niet zo zou zijn, ervaar ik tenminste geen gevoel meer van gepasseerd zijn. Trouwens, wie kan mij passeren behalve ikzelf?
 
Nu vlak voor mijn verjaardag heeft Het Leven mij de geheime code van het Genootschap van geluksvogels toegefluisterd. Wat wil ik nog meer? Geven.
 
Foto: Xiaoling Huang