Deel 2 van ‘Chinese stereotypen man-vrouw relatie, 3’
(Zie hier Deel 1 van deze blog)
Beïnvloed door deze oude traditie scheiden vandaag de dag veel mannen, die een al dan niet geheime minnares hebben, niet van hun echtgenote. Ze gaan keurig naar huis, misschien een beetje laat in de avond, zeg maar gerust in het holst van de nacht, afgepeigerd en al – niets meer waard voor hun offciële vrouw, maar ze respecteren keurig netjes de positie van hun wettige vrouw. Ze zorgen voor een comfortabel leven voor haar en voor een goede opleiding voor zijn kinderen met haar. Ondertussen beleeft hij slapeloze voornachten met zijn minnares (met ronde borsten).
En zijn minnares? Zij zit meestal ook ruim bij kas vanwege haar verhouding met deze bemiddelde getrouwde man. Niet zelden krijgt ze van hem een huis, een auto, goud, zilver, andere dure geschenken en een maandelijks aangevulde rekening op de bank. Vandaar bovengenoemde stereotype.
Vorig jaar ontmoette ik een mooie jonge vrouw in China. Toen ze hoorde dat ik uit Nederland kwam, zei ze dat ze ooit een getrouwde Europeaan – de CEO van een of ander internationaal bedrijf – als vriend gehad had. Gierig was hij!, fronste ze haar wenkbrauwen – jammer voor haar snoezige gezichtje. Ze had een half jaar met hem samengewoond. Hij had haar geen flat van vier slaapkamers gegeven, geen Audi van de nieuwste serie, geen iPhone, kortom, nul komma niets. Nu had ze een Chinese minnaar die ook de CEO was van een of ander multi-international en die ook getrouwd was. Alles wat ze vroeger gemist had, had ze deze keer cadeau gekregen.
Het loont dus de moeite voor een vrouw in China om ronde borsten te hebben. Hierdoor gaat de opbollende portemonnee van haar geliefde voor haar gul open.
De reden waarom ik dit een stereotype noem is dat in het huidige China de meeste vrouwen zich niet meer lenen tot concubinaat. Vrouwenemancipatie is grootschaliger gerealiseerd in China, dankzij de interventie van de overheid onder leiding van de CCP (zie een van mijn eerdere blogs), dan in veel andere werelddelen. Kijk maar naar mij. Er is geen haar op mijn hoofd die eraan denkt een cent van een man te krijgen en ik ben echt een doorsnee Chinese hoor.
Fotograaf: Theo Benschop