Die dag kwam je langs een bloemenpad
Een en al bloesem en ik zie geen groen blad
Je gezicht bloeide op en gaf een feeëriek licht
Ik geloofde het niet en twijfelde aan mijn zicht.
Je stak een hand uit
En nodigde mij uit
Wij liepen hand in hand
Ineens kwam ik tot stilstand
En vroeg of je het wel meende
Je knikte ja en of je het meende.
Ik wilde zeker weten dat je mij niet beloog
Na driemaal verzekeren stopte je met je betoog
Je liet mijn hand los en ik belandde op een wegje
Volgroeid met doornen en vlijmscherpe steentjes.
Je bent een levensechte droom
Zolang ik je geloof zonder schroom
Vergezel je mij een ganse levensweg.